De Moord op Olof Palme

Verdachten

De man in maatpak die niks bezat

Was de vermoedelijke moordenaar van Olof Palme de politie te slim af? Christer Andersson, voor veel speurders de hoofdverdachte, maakte zich na de moord onvindbaar voor de politie. Hij dook net zo lang onder tot het niet meer nodig was, en er geen bewijzen meer waren die hem direct koppelden aan de moord.

Huggarvägen

Hier in Västerhaninge stond Andersson ingeschreven. Foto: Google Maps

Het is alweer vier jaar geleden dat ik ze de vraag de eerste keer stelde. Toen kwam er geen reactie. Maar uiteindelijk kreeg ik in het najaar van 2019 toch een formele bevestiging van de vereniging van eigenaren. Christer Andersson, sinds de jaren negentig hoofdverdachte van de moord op Olof Palme, bezat géén appartement in de gebouwen aan Huggarvägen in Västerhaninge. Toch stond hij volgens het Zweedse bevolkingsregister daar ingeschreven, van 18 augustus 1987 tot 30 mei 2002. En volgens de Zweedse fiscus, die het bevolkingsregister bijhoudt, had hij in die periode jarenlang geen inkomsten. Hij bestond op papier, en toch ook weer niet. Een reconstructie. (meer…)

Deel dit artikel

Palme-moordverdachte bezat de juiste munitie

Kranten suggereren wereldwijd dat Stieg Larsson de moord op Olof Palme vanuit zijn graf heeft opgelost, en dat de dader banden had met Zuid-Afrika en extreemrechts. Maar ondertussen duikt er een tot dusver onbekend element op dat opnieuw wijst richting Christer Andersson. De vroegere beursspeculant bleek precies dat type munitie te bezitten dat de moordenaar van Palme gebruikte.

Stieg Larsson, schrijver van de Millennium-thrillerreeks, vermoedde eind jaren tachtig dat de moord op Palme het werk was van Zuid-Afrika. De Zweedse auteur Jan Stocklassa borduurt voort op die oude theorie in het boek Stieg Larssons Erfenis dat najaar 2018 verscheen. Zoals ik in deze uitvoerige recensie uiteenzette, is noch het boek, noch de hypothese geloofwaardig. De media sprongen er wel op als gekken. Ongetwijfeld vanwege de Stieg Larsson-link. Die naam staat immers borg voor hoge oplagecijfers en werd door Stocklassa handig gebruikt c.q. misbruikt. En omdat de meeste journalisten de details rond de moord op de Zweedse premier nauwelijks kennen, slikken ze alles als het verhaal maar lekker klinkt.

Rechercheur met 32 jaar ervaring

Krant van 3 maart 1986. De dader gebruikte een dergelijke revolver en munitie.

Vergeet Jan Stocklassa. Veel interessanter is wat politieman Lennart Gustafsson onlangs vertelde in een podcast van de Zweedse journalist Hasse Aro. Gustafsson is de enige rechercheur die 32 jaar lang onafgebroken aan het moordonderzoek werkte, tot onlangs aan zijn pensioen. Haast niemand kent het dossier zo goed als hij.

Voor hem is Christer Andersson de meest waarschijnlijke dader. Die mening deelt hij met de gerespecteerde profiler Ulf Åsgård en de Amerikaanse kenner van politieke moorden, James W. Clarke. Christer Andersson was een beursspeculant en wedstrijdschutter die in de jaren negentig in beeld kwam van de politie en sindsdien, grotendeels buiten het zicht van de media, als hoofdverdachte geldt. De man pleegde in 2008 zelfmoord. In mijn boek over de moord op Olof Palme ga ik uitgebreid in op Andersson.

Andersson wekte de belangstelling omdat hij een Smith & Wesson-revolver bezat van hetzelfde type als de moordenaar hanteerde. Na de moord werden alle legale exemplaren van dat type revolver in de regio Stockholm gecontroleerd. Behalve een: de .357 Magnum van Andersson. Toen de man daar, acht jaar na de moord, over werd ondervraagd, beweerde hij de revolver illegaal te hebben verkocht aan een drugshandelaar. De politie vond die verklaring niet geloofwaardig. (meer…)

Deel dit artikel

Nee, het was niet de Skandiaman

De moord op Olof Palme is in Zweden verworden tot een vervolgverhaal dat kranten en boeken verkoopt. En in vervolgverhalen spelen feiten geen rol. Neem nu de bewering dat Stig Engström alias de Skandiaman de dader was. De Zweedse pers lijkt er zowat van overtuigd. Recentelijk haalden journalisten zelfs Mårten Palme, zoon van, en getuige Lars Jeppsson van stal om de intussen overleden Engström tot dader te bombarderen.

Een boek over de zogenaamde nieuwe hoofdverdachte verkoopt intussen als zoete broodjes. Maar helaas, de verdenkingen ruiken nog steeds als gebakken lucht.

Een getuige met fantasie

Moordplaats Olof Palme

Engström werkte in het gebouw waar de bloemen voor liggen. Foto: Rijkspolitie Zweden

Stig Engström werkte als reclameman bij verzekeraar Skandia. Premier Olof Palme werd op 28 februari 1986 haast voor de deur van dat bedrijf doodgeschoten. Engström, die op deze avond overwerkte, wierp zich nadien op als getuige in de media. HIj liet zich maar wat graag interviewen. Engström zou als een van de eersten bij Olof en zijn vrouw Lisbeth zijn geweest. Maar zijn getuigenissen, die allengs fantastischer gingen klinken, kwamen nauwelijks overeen met andere waarnemingen, terwijl hijzelf vagelijk leek op de dader.

Journalist Thomas Pettersson van het Zweedse blad Filter groef diep in het leven van Engström. Hij concludeerde dat de Skandiaman zelf de trekker had overgehaald. Daarmee was Pettersson niet de eerste trouwens. Eerder was er Lars Larsson die hierover een boek schreef. Maar zoals ik in een eerdere blogpost aangaf, is de bewijsvoering van beide schrijvers pover.

(meer…)

Deel dit artikel

Zweden ontmaskert alweer een moordenaar van Olof Palme

De Zweedse media geloven opnieuw de moordenaar van Olof Palme te kennen: Stig Engström, een man die tot dusver alleen als getuige van de moord te boek stond. Maar hoe serieus is het spoor? Het lijkt nog maar eens een slag in de lucht. Alleen, hoe zit het met die revolvers?

Politiefoto van Stig Engström uit 1986.

Op de avond van 28 februari 1986 was Engström, destijds 52 jaar, aan het werk in het gebouw van verzekeraar Skandia in Stockholm. Engström, van beroep illustrator en grafisch vormgever, zou de dag erna op skivakantie gaan en wilde een reclamecampagne afronden. Om 23.20 uur verliet hij zijn kantoor. Een stempelklok en een bewaker waren getuigen. Engström zei nadien dat hij zuidwaarts wandelde in de richting van het metrostation en twee knallen hoorde. Op de hoek van het gebouw en de straat Tunnelgatan lag een zwaar bloedende man op de grond, met naast hem een hysterische vrouw: premier Olof Palme en zijn echtgenote Lisbeth.

Engström zou dus een van de eerste mensen zijn geweest op de plaats van de misdaad. Het Zweedse tijdschrift Filter beweert nu dat dit niet klopt. Voor Filter was hij geen getuige, maar de moordenaar. Twee jaar geleden kwam de schrijver Lars Larsson tot dezelfde conclusie in zijn boek Nationens Fiende. Dat was een eigenbeheeruitgave van een schrijver uit de provincie en werd daarom genegeerd door de Stockholmse kranten, maar Filter geniet enig respect, dus de boodschap werd dit keer wel opgepikt. De kranten Expressen en Aftonbladet, nooit verlegen om enige sensatie, schrijven zich sindsdien een ongeluk over Engström. En hij zal niks tegenspreken; Engström beroofde zich in 2000 van het leven, niet lang nadat zijn vrouw hem had verlaten. (meer…)

Deel dit artikel

Amerikaanse professor ontmaskerde moordenaar van Olof Palme

Hoe zou het zijn met het onderzoek naar de moord op Olof Palme? De dertigste verjaardag van Zwedens beroemdste onopgeloste misdaad werd op 28 februari 2016 “gevierd” met een grote persconferentie en overweldigende media-aandacht. En daarna? Er kwam een nieuwe onderzoeksleider, maar groot nieuws bleef uit. Laat ik daarom iets naar buiten brengen wat de Zweedse media, en dus ook de Zweden zelf, al die jaren gemist hebben: een Amerikaanse wetenschapper vertelde Zweedse parlementariërs twintig jaar geleden al in welke richting ze de dader moesten zoeken. En diezelfde professor koppelde er later zelfs een naam aan.

In 1998 schreef de Amerikaanse professor James W. Clarke een vertrouwelijke, 16 pagina’s tellende memo voor de Zweedse parlementaire onderzoekscommissie die het onderzoek naar de moord op Palme onder de loep nam. De Zweedse premier was op dat moment twaalf jaar dood. Er was ooit iemand voor de moord veroordeeld, de draaideurcrimineel Christer Pettersson, maar die was in hoger beroep vrijgesproken. Terecht, want harde bewijzen tegen hem ontbraken. Wie het dan wel gedaan had? Een duizelingwekkend aantal complottheorieën deed de ronde, maar geen enkele kon aan de dader worden gekoppeld.

Expert in politieke moorden

De parlementariërs wilden daarom de mening horen van professor Clarke. Die man was niet de eerste de beste. In 1982 publiceerde Clarke het boek American assassins: the darker side of politics dat hem lanceerde als dé Amerikaanse expert op het gebied van politieke moorden. Clarke bestudeerde door de jaren heen het leven van achttien mensen die een poging hadden gedaan om een vooraanstaand Amerikaans politicus te vermoorden. Hij concludeerde dat in de VS alleen president Lincoln het slachtoffer was geworden van een complot, en wellicht ook Martin Luther King. Slechts in enkele gevallen bleek de dader politieke motieven te hebben.

American assassins: the darker side of politics geldt intussen als een standaardwerk op zijn gebied. De typeringen die Clarke in het boek gaf blijken ook vandaag nog van toepassing op moordenaars die het gemunt hebben op publieke figuren.

In zijn vertrouwelijke memo voor de onderzoekscommissie-Palme onderschreef Clarke de eerdere conclusies van twee Zweedse profilers. Die meenden dat de moordenaar van Olof Palme alleen handelde en dat zijn modus operandi de theorie van een samenzwering tegensprak. Clarke achtte de kans het grootst dat de dader een man was met een persoonlijkheidsstoornis die een politicus, in dit geval Palme, uitgekozen had als zondebok voor zijn eigen problemen. Een dergelijke typering was ook van toepassing op veel van de daders die hij in de VS bestudeerde. (meer…)

Deel dit artikel

De Laserman die op de moordenaar van Olof Palme leek

Een eenzame, gefrustreerde beursspeculant als dader van de moord op Olof Palme: menigeen vindt die oplossing ongeloofwaardig. Christer Andersson kan dus niet de moordenaar zijn. Maar er zijn opmerkelijke overeenkomsten tussen Andersson en de zogenoemde Laserman die in de vroege jaren negentig dood en verderf zaaide in de straten van Stockholm. John Ausonius, zoals de Laserman heette, schoot niet op politici, maar op migranten. Gewoon omdat ze buitenlanders waren.

De bloederige campagne van Ausonius startte in de zomer van 1991, in het oostelijke deel van Stockholm. Drie Afrikaanse studenten maakten er  ‘s avonds een wandelingetje. Vanuit de bosjes scheen plots een rood lichtje op een van hen. Een geweerschot volgde. Een van de drie, een Somaliër, zag dat hij hevig bloedde. De andere twee zochten in paniek hulp. In het nabijgelegen flatgebouw opende niemand de deur voor ze. Een aangehouden automobilist weigerde de zwaargewonde man naar het ziekenhuis te brengen. Er zouden anders bloedvlekken kunnen komen op de bekleding van zijn achterbank, zei hij. Het is een klein mirakel dat de student niet doodbloedde voor hij uiteindelijk toch in een hospitaal belandde.

Zolang het maar migranten waren

John Ausonius in 1986. Foto: Towpilot

Tussen augustus 1991 en februari 1992 schoot de Laserman bij elf gelegenheden in totaal dertien mensen neer. Slechts een van de dertien stierf, maar de andere liepen wel zwaar letsel op, in veel gevallen voor het leven.

Ze hadden alle dertien iets gemeen: ze waren migranten. Waar vandaan ze kwamen speelde voor de Laserman geen rol. Zolang ze er niet Noord-Europees uitzagen, behoorden ze tot de doelgroep. Sommigen waren studenten, anderen waren kleine zelfstandigen, wetenschapper, muzikant of zwerver. Ze werden soms ‘s nachts, soms op klaarlichte dag neergeknald, op straat, in een park of in het gebouw waar ze zich toevallig bevonden.

Eerst gebruikte de dader een lasergeweer, vandaar de bijnaam Laserman, nadien een revolver. De loop van de revolver vertoonde een kleine afwijking, bleek later. Daardoor koos de kogel nooit helemaal de baan die de Laserman voor ogen had. Mogelijk is dat de reden waarom de meeste slachtoffers overleefden. Het is ook een reden waarom hij maar doorging met zijn acties, want hij wilde doden maken, geen gewonden.

Sporen liet hij amper na. Een compositietekening die met hulp van een getuige werd gemaakt, leidde naar niets, maar bleek achteraf wel redelijk op Ausonius te lijken. Omdat hij halverwege zijn misdaadreeks van wapen veranderde vreesde de politie even dat er meerdere daders waren. De Laserman veroorzaakte een ware angstpsychose. Migranten durfden in Stockholm niet meer de straat op, tenzij om te betogen voor bescherming. Bedrijven legden uit solidariteit met de migranten in Zweden het werk tijdelijk neer. Toenmalig premier Carl Bildt sprak het volk toe via een ingelaste tv-uitzending. (meer…)

Deel dit artikel

Ligt Olof Palme’s moordwapen in dit meer?

Meer VedasjönDe kans dat de moord op Olof Palme juridisch wordt opgelost, is nagenoeg nul. Toch zou de Zweedse politie de oplossing een stap dichterbij kunnen brengen. Hoe? Door in Vedasjön, een meer ten zuiden van Stockholm, een zoekactie te houden. Het zou immers goed kunnen dat op de bodem van dat meer het moordwapen ligt.

Olof Palme werd op 28 februari 1986 vermoord in Stockholm. De toenmalige premier van Zweden was samen met zijn vrouw Lisbeth op weg naar huis na een bioscoopbezoekje. Een man die het tweetal opwachtte op een straathoek schoot Palme in de rug. De dader is nooit gepakt. Dat kwam door slecht politieonderzoek, maar ook doordat de moordenaar vrijwel geen sporen achterliet.

Mijn boek 10 Redenen waarom Zweden de moord op Olof Palme niet oplost gaat hier uitgebreid op in. Daarin sta ik lang stil bij Christer Andersson, een eenzaat die vanaf het midden van de jaren negentig voor veel politiemensen gold als hoofdverdachte. Dat bleef lang streng geheim. Pas in februari 2016, dertig jaar na de moord, maakte de Zweedse politie haar belangstelling voor Andersson officieel wereldkundig. De man zelf is niet meer te grijpen. Hij beroofde zich in 2008 van het leven.

Motief, wapen en gelegenheid

Andersson, 33 jaar oud in februari 1986, had een motief, een wapen en de gelegenheid om Palme te doden. Hij verdiende de kost door op de beurs te speculeren. Een btw-verdubbeling op aandelenhandel en een daaropvolgende beurscrash op 27 februari 1986, de dag voor de moord, kostten hem veel geld. ‘s Mans financiële situatie verslechterde zo sterk dat hij een half jaar na Palmes dood zijn dure appartement in de Stockholmse binnenstad verruilde voor een gratis verblijf in het zomerhuisje van zijn ouders. Intimi gaven aan dat Andersson sowieso een hekel had aan Palme, die als regeringshoofd verantwoordelijk was voor de btw-stijging. (meer…)

Deel dit artikel

De moordenaar van Olof Palme heeft het niet gedaan

Was Christer Pettersson de moordenaar van Olof Palme? Juridisch gezien wel, althans enkele maanden. De notoire bajesklant werd in 1989 immers tot levenslang veroordeeld. Een paar maanden later kwam hij in hoger beroep weer vrij.

Christer Pettersson - moordenaar Olof Palme??

Christer Pettersson (midden)

Pettersson stierf in 2004 na een epilepsieaanval, maar staat in Zweden weer volop in de belangstelling. Er komt een heuse biopic over hem. Tijdens de voorbereidingen van die film doken 35 vuilniszakken op met spullen die ooit aan Pettersson toebehoorden. Het gaat om schriften, aantekeningen, boeken, bijbels en allerlei prullaria.

De krant Expressen kon het materiaal doornemen. Voor zover bekend zit er niks tussen dat doet vermoeden dat Pettersson de Zweedse premier vermoordde. Ook in dagboeknotities uit de tijd kort na de moord zijn geen verwijzingen naar de moord of schuldbekentenissen te vinden. (meer…)

Deel dit artikel

Moord op Olof Palme alweer opgelost?

En alweer is de moord op Olof Palme opgelost. De dader zou in de toenmalige Sovjet-Unie zijn “opgeleid” en kwam naar verluidt in 1985 naar Zweden. De man zou banden hebben met een internationaal drugsnetwerk. Spannend. Maar hoe serieus moeten we dit nemen?

De bronnen van deze nieuwe theorie zijn Jan-Henrik Barrling en Valter Kegö, twee oud-medewerkers van de Zweedse veiligheidsdienst Säpo. “Nieuw” is een relatief begrip: ze hebben de hypothese al in 1989 op papier gezet, drie jaar na de moord. Omdat ze lange tijd gehouden waren aan geheimhoudingsplicht mochten ze er pas onlangs over praten met de Palmegroep, het rechercheteam dat de moord al dertig jaar onderzoekt. Daarbij overhandigden ze tachtig bladzijden met tot voor kort geheim onderzoeksmateriaal uit de late jaren tachtig.

Dag Andersson, leider van de Palmegroep, houdt zich op de vlakte over de theorie van Kegö en Barrling en wil alleen kwijt dat het materiaal wordt onderzocht.

Wie zijn Kegö en Barrling?

De pijl markeert de plaats van de moord op Palme. Foto: politie Zweden.

De pijl markeert de plaats van de moord op Palme. Foto: Rijkspolitie Zweden

De twee vroegere Säpo-agenten hielden zich in de jaren tachtig onder meer bezig met het afluisteren van de Sovjet-diplomaat Vladimir Nezjinskij. Die zou in de moordnacht aan de telefoon en tegen zijn vrouw uitspraken hebben gedaan die erop wezen dat hij wist dat Palme zou worden vermoord. Het afluisteren van de diplomaat lag politiek erg gevoelig en dus werd het materiaal van de Säpo geheim verklaard. Toch lekten delen ervan uit in de media. Nezjinskij ontkende daarop de aantijgingen in een interview met de Zweedse televisie.

Barrling en Kegö waren al in het prille begin betrokken bij het onderzoek naar de moord op de Zweedse premier. Ze behoorden tot de gangmakers van het zogeheten PKK-spoor. De twee waren ervan overtuigd dat Koerdische separatisten van de PKK premier Palme hadden vermoord. De twee Säpo-mannen leverden hand- en spandiensten aan de clandestiene opsporingsdienst van de sociaaldemocratische spindoctor Ebbe Carlsson, die dezelfde theorie aanhing. Diens activiteiten leidden tot een ophefmakende affaire, waarbij Barrling en Kegö samen met enkele anderen werden veroordeeld voor het smokkelen van afluisterapparatuur. (meer…)

Deel dit artikel

Moord op Palme: Een Brits familiedrama?

Mijn naam is Eva en ik ben getrouwd met Hans K. Rausing en ik ben onlangs, na bijna twintig jaar huwelijk, te weten gekomen van mijn man dat XX achter de moord op Olof Palme zat. Mijn man ontdekte dat bij toeval jaren geleden en dat had grote invloed op hem, vooral een negatieve. Ik geloof dat hij weet waar het moordwapen is (…) Hij geloofde dat Palme zijn bedrijf bedreigde en wilde dat niet verliezen. Ik ben bang voor XX. Hij is geen goed mens maar ik zou zoiets nooit zeggen als het niet waar was. Ik weet dat mijn man de waarheid spreekt over XX.

In de zomer van 2011 ontving de Zweedse schrijver Gunnar Wall deze mail van Eva Rausing. Het was de eerste van een serie mailberichten, waaruit bleek dat de vrouw grote angst had voor de zakenman die in 1986 de Zweedse premier Palme zou hebben vermoord. De volgende zomer, op 9 juli 2012, werd de vrouw, 48 jaar oud en moeder van vier kinderen, dood gevonden onder een berg kleren in haar Londense upper class-woning. Ze lag in een kamer die was verzegeld met isolatietape en bleek al 57 dagen dood te zijn. Een zwak hart, geteisterd door jarenlang cocaïnegebruik, had haar dood veroorzaakt, oordeelde justitie. (meer…)

Deel dit artikel
Translate »