De moordenaar van Olof Palme is nooit gepakt. Daardoor weten we niet zeker hoe hij eruit zag. Er zijn wél bruikbare signalementen. Ook verspreidde de politie twee compositietekeningen, maar een van de twee stelt zeker niet de de dader van de moord op de Zweedse premier voor.
Palme werd op 28 februari 1986, laat op de avond, doodgeschoten in Stockholm. De locatie langs de drukke boulevard Sveavägen was redelijk goed verlicht, maar er was niemand die zo dichtbij was dat hij of zij achteraf het gezicht van de moordenaar kon beschrijven. Enige uitzondering is Palmes vrouw Lisbeth. Zij wandelde met haar man over het trottoir toen de moordenaar van achter opdook en twee schoten loste. De dader maakte zich hierna uit de voeten via de zijstraat Tunnelgatan.
Lisbeth Palme kwam er zelf met een kleerscheur en een schram van af. Haar signalement van de dader was aanvankelijk niet erg bruikbaar voor de politie. Later kwam ze met almaar meer details. Sommigen menen dat ze de moordenaar verwarde met een getuige die enkele meters verderop in een portiek stond. Het is ook mogelijk dat ze werd beïnvloed door andere getuigenverklaringen.
Een derde optie is dat de dader in bepaalde opzichten leek op de getuige in de portiek. Die man droeg een donker, halflang jack. Een gelijkaardig kledingstuk dook op in de signalementen van een mysterieuze man die rondhing bij de Grand-bioscoop, waar de Palmes die avond een filmvoorstelling hadden bijgewoond met hun zoon Mårten en diens vriendin. Deze figuur wordt in de Palme-literatuur de Grandman genoemd.
De Grandman
Of de Grandman de moordenaar van Olof Palme was, weten we niet. Het is evenmin zeker dat alle beschreven Grandmannen dezelfde persoon voorstellen. Maar zijn nerveuze gedrag, “starende” blik en fixatie op de premier, die zonder lijfwacht naar de film ging, maken hem verdacht.
De politie werkte lang volgens de theorie dat hij Palme van de bioscoop tot de plek van de moord had gevolgd.
In totaal zijn er 37 getuigen, voornamelijk bioscoopbezoekers, die een Grandman beschrijven, de een wat meer gedetailleerd dan de ander.
Grofweg was die Grandman tussen 30 en 40 jaar oud, ongeveer 1 meter 80 en normaal- tot zwaargebouwd. Hij droeg een donker, driekwartlang jack, een donkere broek en mogelijk een muts of pet. De man was blank en zag er “Zweeds” uit.
De moordenaar van Palme, zoals deze door getuigen van het misdrijf werd omschreven, was ongeveer even oud, stevig gebouwd, rond 1.80 lang en gekleed in een donkere jas, waarschijnlijk driekwartlang, en een donkere broek. Of hij een hoofddeksel droeg, is onduidelijk. Sommigen zagen een muts.
Eén van de getuigen die de Grandman observeerde, was een kunstenares, Birgitta Wennerling. Zij maakte enkele tekeningen van de man.
In 2020 dook een compositiefoto op van de Grandman, die in 1986 was gemaakt op basis van beschrijvingen door Mårten Palme. Waarom dit beeld nooit eerder werd gepubliceerd is tot op heden onduidelijk, maar vermoedelijk kwam het omdat de afgebeelde persoon geen bril droeg. Mårten meende die gezien te hebben. Technische problemen zorgden er echter voor dat er geen bril kon worden afgebeeld. Het is niettemin het meest realistische beeld dat we van de Grandman kennen. Lees meer over het signalement dat de zoon van Olof Palme gaf.
Het Fantoom
De politie verspreidde een week na de moord een compositiefoto die was gemaakt op basis van de getuigenissen van een andere kunstenares, Sanna Törneman. Dit portret, in de media Het Fantoom genoemd, ging de wereld rond en menigeen dacht de moordenaar van Palme te zien.
Törneman zag de man in een smalle straat op zo’n 400 meter van de plaats van de moord, ongeveer tien tot vijftien minuten na de fatale schoten. Hij gedroeg zich ietwat vreemd en leek niet gediend van Törnemans verschijning. Toch twijfelde ook bij de politie of dit de moordenaar was. De plek waar de vrouw hem zag was ruim vijf minuten wandelen van de hoek bij Tunnelgatan. Het leek weinig geloofwaardig om te veronderstellen dat de dader na de moord in de omgeving cirkeltjes was blijven lopen.
Daar komt bij dat Het Fantoom van de compositiefoto niet zo veel leek op de twee tekeningen die Törneman eerder zelf had gemaakt: portretten die op zich ook al van elkaar verschilden. De publicatie van de “robotfoto” leverde wel duizenden tips op die de speurders in de daaropvolgende maanden allemaal moesten uitzoeken, iets was ten koste ging van ander, meer gericht onderzoekswerk. Het Fantoom werd nooit geïdentificeerd.
De Schaduw
Onderzoeksleider Hans Holmér, voor wie dit de eerste moordzaak was, kreeg desondanks de smaak te pakken. Drie weken later kwam hij met een nieuwe compositietekening, nu van een figuur die De Schaduw werd genoemd.
Was het al twijfelachtig of Het Fantoom de dader portretteerde, bij De Schaduw konden nog meer vraagtekens worden geplaatst. Het ging om een man die enkele dagen voor de moord Palme zou hebben achtervolgd toen de premier over een Stockholms plein wandelde.
De tip was bezorgd door een Chileense kunstenaar; het aantal tipgevers dat de kost verdiende als kunstenaar was merkwaardig hoog, Menigeen dichtte Het Fantoom een zuiderse origine toe vanwege het donkere haar en smalle gezicht. De Schaduw zag er daarentegen Scandinavischer uit.
Opnieuw stroomden de tips binnen. Enkele jaren later werd bekend dat de politie om de tuin was geluid. De Schaduw had nooit bestaan; de Chileen had de figuur verzonnen omdat het hem stoorde dat in de media was geopperd dat de moordenaar een buitenlander was, aangezien Het Fantoom zuiderse trekken had. Er zijn zeven- tot achtduizend tips binnengekomen naar aanleiding van de twee compositietekeningen.
Uiteindelijk weten we nog niet hoe de moordenaar van Olof Palme eruitzag, zoals er zo veel is dat we niet weten over de moord. Was de aanslag vandaag gepleegd onder gelijkaardige omstandigheden, zouden er ongetwijfeld foto’s en filmbeelden van de dader zijn. In 1986 waren er echter nog geen mobiele telefoons, laat staan smartphones met ingebouwde camera, en bewaking met videocamera’s was nog niet zo ingeburgerd.