De Moord op Olof Palme

“Oplossing” moordzaak-Palme: anticlimax en schandaal in een

Een anticlimax, een lachnummer, een bedroevende vertoning, een schandaal… Je kan veel zeggen over de persconferentie van hoofdaanklager Krister Petersson over de moord op Olof Palme, maar niets positiefs. Er is een man aangewezen als moordverdachte, enkel op basis van een persoonlijke interpretatie van 34 jaar oude getuigenverklaringen en een vaag signalement. Omdat Stig Engström sinds 2000 dood is, kan hij echter niet worden aangehouden. En dus gooit Petersson het bijltje erbij neer. Waarbij de hoofdaanklager ook nog eens meerdere getuigen negeerde wier verklaringen Stig Engström in een rechtbank vrij konden pleiten. En ondanks dat tal van vragen onbeantwoord blijven.

Pagina uit het politiedossier met foto’s van Engström.

Stig Engström, eerder op deze site opgevoerd als de Skandiaman, was ten tijde van de moord 52 jaar en werkte bij verzekeringsfirma Skandia. Palme werd op 28 februari 1986 doodgeschoten haast voor de deur van het kantoorgebouw van Skandia.

Engström werkte die avond over. Een dag later meldde hij zich bij de politie als getuige. Hij kwam kort na het verlaten van zijn kantoor aan op de moordplaats, zei Engström, en had geholpen om de stervende Palme in een andere houding te leggen. Ook zou hij de aandacht van de politie hebben proberen te trekken toen die arriveerde, en was hij achter agenten aangerend om ze te vertellen dat de dader een blauwe jack droeg.

Engström beweerde tegenover de politie te vrezen dat hij voor de dader werd aangezien, want hij beantwoordde zelf aan een van de (andere) signalementen die in de media circuleerden. Later zou Engström actief kranten en televisie opzoeken om zijn getuigenis te herhalen, waarbij hij klaagde over gebrek aan aandacht van de zijde van de politie.

Was Engström wel een getuige?

Het probleem is dat Engströms hulp bij de reanimatie door andere getuigen niet werd bevestigd. Ook politiemensen die er die nacht bij waren konden zich hem niet herinneren, zei aanklager Petersson. Dat heeft ook vroeger al heel wat wenkbrauwen doen fronsen. Dat Engström in de buurt was op het moment van de moord, was zeker. Dat bleek uit de stempelklok van Skandia. Maar als hij geen getuige was, was hij dan misschien de dader? Hij voldeed in elk geval aan een van de signalementen.

Eigenlijk is dat zowat alles waarop hoofdaanklager Petersson zich baseert. Ja, u leest het goed. Dat is zowat alles: twijfel over het waarheidsgehalte van Engströms verklaringen en een passend signalement. Overigens werden al in 1986 vraagtekens gezet bij Engström, maar destijds oordeelden de speurders dat verder onderzoek niet nodig was. In hun ogen was Engström een fantast. Iets waar Petersson tijdens de persbijeenkomst geen goede woorden voor had.

Technisch bewijs: in geen velden of wegen

Intussen weet haast elk kind dank zij Netflix dat je ook technisch bewijs moet hebben om iemand van een moord te kunnen beschuldigen. Maar Petersson en onderzoeksleider Hans Melander konden tijdens de persbijeenkomst niets overleggen wat daarop leek. Ondanks dat Petersson het toch min of meer had beloofd in een interview. Wat had zulk bewijs kunnen zijn?

  • Het moordwapen bijvoorbeeld. Maar dat blijft, zo lijkt het, onvindbaar. Er zijn sinds 1986 in totaal 788 revolvers getest, maar daar zat het moordwapen waarschijnlijk niet tussen. “Waarschijnlijk” want, lichtte Melander toe, als het wapen na 1986 nog veel gebruikt is, is een vergelijk met de kogels van toen mogelijk onbetrouwbaar, door slijtage van de loop. Je kan zeggen: het omgekeerde is ook waar. Dus vind je nog een revolver, en is die nooit meer gebruikt, dan is hij mogelijk wel nog aan de kogels te koppelen. Toch is de zoektocht opgegeven.
  • DNA dan? Tot dusver was er niets bekend over een eventuele DNA-vondst, bijvoorbeeld op kleding van Olof Palme. Maar het is er mogelijk wel. Van familieleden van Engström werden DNA-proeven genomen, maar die leverden niets op. Melander bleef bijzonder vaag over met welk DNA-spoor ze die proeven dan wilden vergelijken. Het ging om “iets in het onderzoek”. Later bleek dat het om DNA ging op enkele anonieme brieven die de politie rond 1989 moet hebben ontvangen. Met die brieven had Engström in elk geval niks te maken.

Magertjes? Absoluut. En het bijkomende onderzoek in de familiekring van Engström, dat de laatste drie jaar zou zijn gevoerd, leverde schijnbaar ook niks op. Het hele verhaal van Petersson was gebaseerd op informatie die Zweden al 34 jaar kent. Het leek meer op een tussen neus en lippen geschreven scriptie van studenten aan de politieschool, al is het de vraag of de leraar er een voldoende voor zou geven.

Krister Petersson leek trouwens te begrijpen dat hij welbeschouwd met lege handen zat. Uit zijn woorden kon worden opgemaakt dat hij er zelf aan twijfelde of de tegenstrijdige getuigenverklaringen en het signalement sterk genoeg waren om Engström voor de rechtbank schuldig verklaard te krijgen.

Maar toch vond hij het voldoende om het doek te laten vallen voor het onderzoek naar de moord op Olof Palme. Alsof het een uit de hand gelopen caféruzie betrof. En ondanks dat er, volgens de website van de politie, nog elke week twee tot drie tips binnenkomen.

Vele vragen blijven open

Het is veel te vroegen om te zeggen dat Stig Engström de moordenaar van Olof Palme is. Want er waren heel wat vragen waarop Petersson en Melander geen antwoorden gaven:

  • Hoe kwam Engström aan een wapen? Hij had vroeger wel geschoten bij een schietclub, maar dat was vele jaren voor de moord en hij bezat zelf geen vuurwapen. Van een vriend die wapens verzamelde, werd een revolver getest, maar die kon niet aan de kogels worden gekoppeld, al viel de revolver evenmin uit te sluiten. Liep deze brave grafisch ontwerper, die volgens zijn vrouw geen vlieg kon doodslaan, dan in het geniep rond met een loodzware, illegaal verkregen Smith & Wesson in zijn zak? Die hij gewoon mee naar zijn werk nam? En dan nog uitgerekend die avond?
  • Welk motief had hij? Engström was in zijn woonplaats Täby actief voor de conservatieve partij, op zich een keurige partij maar wel de politieke aartsvijanden van Palme. Was dat een motief? Petersson noemde slechts dat Engström zich in kringen ophield die “kritisch” stonden tegenover Palme. Dat gold evenwel voor de helft van de Zweden in die tijd.
  • Hoe wist hij dat Palme daar op dat moment langs het gebouw van Skandia zou passeren? Heeft hij werkelijk in luttele seconden besloten om, aan de vooravond van een geplande skivakantie, een gevreesde moordenaar te worden en de toevallig voorbij wandelende premier van Zweden van het leven te beroven?
  • Waarom keerde hij, als hij de dader was, na het plegen van de moord terug naar de plaats delict? Dat was een abnormaal groot risico. Toch deed hij dat. Twintig minuten na de schoten wandelde Engström de hal van Skandia binnen en vertelde hij, geschokt, wat hij had meegemaakt.
  • Waarom hebben andere getuigen, die de dader heel zeker hebben gezien, hem destijds niet herkend als hij weer eens, gekleed als op 28 februari 1986, in de krant of op tv kwam?
  • Waarom herkende kroongetuige Lisbeth Palme in 1988 de geweldenaar Christer Pettersson (niet te verwarren met de hoofdaanklager) als de moordenaar, hoewel die voor nog geen vierkante centimeter op Engström leek?
  • Was Engström ook de Grandman, ofwel de man die Palme leek te bespieden voor en na diens bezoek aan de Grand-bioscoop diezelfde avond? Recherche en profilers gingen er nochtans jarenlang van uit dat de Grandman ook de dader was. Petersson zweeg over de Grand. Sterker nog, hij zweeg over elk scenario dat de moord zelf beschreef. Het kan dat hij zich niet aan de vraag wilde branden. Want de Grandman en Engström leken niet op elkaar.
  • Waarom werden zowel de Grandman als de dader door álle getuigen veel jonger ingeschat dan de toen 52-jarige Engström? Anderen spraken steevast van een man tussen 30 en 40. Goed, het was donker en leeftijd schatten is soms moeilijk, maar het is opmerkelijk als iederéén ernaast zit.

Reconstructie van de moord (politiefoto).

Toch een getuige? En een andere dader?

En dan zijn er nog enkele getuigenissen die Engström vrij kunnen pleiten…

  • Hoe kan het dat Engström, toen hij 20 minuten na de moord terugkeerde op zijn kantoor, tegen drie collega’s kon vertellen dat de stervende Palme door getuigen in een andere positie was gelegd en zwaar uit zijn mond bloedde, en dat Lisbeth Palme door politiemensen onvriendelijk was bejegend, als hij zelf op dat moment op de vlucht was? Het antwoord op de vraag zou simpel kunnen zijn: Engström zag het met eigen ogen. En dan kan hij niet de dader zijn geweest. De getuigenissen van deze drie, die hun relaas afzonderlijk deden, zitten in het dossier.
  • En tot slot, waarom zei Petersson dat getuige Yvonne Nieminen de laatste was die de vluchtende dader zag? Want een klein eindje verder werden twee andere getuigen, Anki Robrandt en Gerhard Samson, door een bijzonder gehaaste man omvergelopen. De dader, meenden onderzoekers in de jaren negentig. De getuigen zagen de man, anders dan Nieminen, van dichtbij. Zij beschreven de jas van de man als een donker, gewatteerd “zeiljack” met naden in vierkantjes. Engström droeg een winterjas van een heel ander type. Op afstand en in het donker kunnen zulke jassen op elkaar lijken; het zeiljack past daarmee wel bij de signalementen die anderen gaven. Maar het wijst dus niet op Engström. Die man rende in noordelijke richting. Niet de meest logische route als je terug naar Skandia wil. Ook hierover geen woord tijdens de persconferentie.

Veel Zweden zijn niet overtuigd

De eerste reacties in Zweden zijn overwegend negatief. Een kolossale teleurstelling, volgens het criminologische orakel Leif GW Persson, die in de presentatie allesbehalve een oplossing zag. Topadvocate Hanna Lindblom zei tegen Expressen dat elke advocaat moeiteloos gaten in het verhaal zou schieten. Zelfs de woordvoerster van de politiebond, toch niet een hoek van waaruit je kritiek kan verwachten, had op meer gehoopt en miste “minstens een wapen of een bekentenis”.

Vooral het uitblijven van technisch bewijs wordt door de meeste commentatoren en kenners van politie en justitie als ronduit zwak ervaren. Zeker, er zijn vraagtekens te zetten bij Engströms vertellingen tegen politie en pers. Het is ook eerder geconstateerd dat het onderzoek slecht verliep en dat de getuigenverklaringen uit de begindagen van ongelijke kwaliteit zijn. Geen enkele andere getuige kreeg in de eerste week meteen de vraag of hij/zij zich Engström kon herinneren.

Het was best verdedigbaar om Engström opnieuw aan de tand te voelen, als dat had gekund. Maar om hem neer te zetten als moordenaar van Palme? Daarvoor ontbreekt haast alles.

Aandachtszoekers genoeg

Je kan met even veel (en mogelijk méér) argumenten zeggen dat Engström enkel hongerde naar aandacht en zich daarom op een voetstuk plaatste. Zulke mensen duiken veel op in moordzaken. Ook in de zaak-Palme: niet minder dan 134 mensen hebben de moord ooit bekend, van wie 29 direct tegenover de politie. Zonder dat ze er iets mee te maken hadden!

In 1994 dachten de speurders prijs te hebben met Alf L, een man die zich precies zoals Engström, kort na de moord als getuige had gemeld. De man zou de Palmes op weg naar de moordplaats hebben geobserveerd en ging nadien almaar meer gedetailleerde verklaringen geven. De Palmegroep zag in hem een potentiële dader. Toen hij daar zelf lucht van kreeg, trok hij zijn verklaringen in en gaf hij toe alles te hebben verzonnen. Engström zou dus niet de eerste zijn als hij een scheutje fantasie aan zijn belevenissen had toegevoegd.

Er zijn personen in het dossier tegen wie Justitie een sterkere zaak had kunnen opzetten, als technisch bewijs dan zo onbelangrijk was. Eén ervan woonde op loopafstand van de moordplaats, beantwoordde volgens analisten perfect aan de signalementen van zowel Grandman als dader, had een motief maar geen alibi, én beschikte die avond over een Smith & Wesson die hij nadien liet verdwijnen en daardoor nooit getest werd. Maar Christer A bleek slechts een voetnoot tijdens de persconferentie. Geen wapen gevonden, dus is hij het niet. Daar kwam het op neer. Over Stig Engström had hetzelfde gezegd kunnen worden.

Het onderzoek naar de moord op Palme is afgesloten. Maar de afsluiting was een zo mogelijk nog schandelijker vertoning dan de 34 jaar die eraan voorafgingen. Olof Palme had beter verdiend.

Deel dit artikel
Translate »