De Moord op Olof Palme

Over deze site


Waarom maakt een Nederlander een website over de gewelddadige dood van een Zweedse premier, en schrijft hij er boeken over? Waarom vermoordt iemand Olof Palme, is een even lastige vraag. Maar laat ik me hier tot de eerste beperken.

Ooit was er een Nederlandse journalist die in 1997 een bloempot zag staan op een trottoir in Stockholm. Die toerist was ik en die bloempot stond op de plek waar elf jaar eerder de sociaaldemocratische superster Olof Palme werd doodgeschoten. Ik maakte er een foto van. Een dag later bladerde ik een boek over die nooit opgeloste moord. Ik ontdekte dat ik onbewust de vluchtroute van de dader had nagelopen.

Een mens doet rare dingen op vakantie, en soms laat een vakantieherinnering je niet meer los.

Elf jaar later verhuisde ik naar Zweden. De moord op Olof Palme zorgde er nog altijd, meestal rond de verjaardag op 28 februari, voor vette krantenkoppen. Inmiddels de Zweedse taal machtig, verdiepte ik me in alle zin en onzin die er over het “misdrijf van de eeuw” was geschreven. Het beeld dat daaruit naar voren kwam was minstens zo droevig als het bloempotje op het trottoir.

Geen grenzen

Cover van mijn tweede boek over de moord op Olof Palme. Klik erop voor meer info.

“Palmemordet”, zoals het misdrijf in Zweden heet, is de enige, 20e-eeuwse moord op een Europees toppoliticus die tot vandaag officieel niet is opgelost. In 2020 werd het onderzoek na 34 jaar stopgezet. Justitie beschouwde een man die Stig Engström heette op dat moment als hoofdverdachte, maar kon hem niet verhoren. Hij was namelijk al twintig jaar dood.

De moord op Palme schudde het gezapige Zweden wakker, sloeg Europa in het gezicht en deed de Derde Wereld deed huilen. Olof Palme was een fascinerende figuur, een vat vol paradoxen. Een kleine man die dood ging terwijl hij larger than life was. Geliefd en gehaat.

Palme was een aristocraat, overigens met Friese voorouders, en werd het boegbeeld van de sociaaldemocratie. Hij was een vlijmscherp redenaar uit een land waarin de mensen zwijgen. Een vriend van Amerika die in het Witte Huis persona non grata was verklaard. En ook een aanvaardbare gesprekspartner voor de communistische wereld, ondanks dat hij geloofde in de vrije markt en het westen. Als witte Europeaan ondersteunde hij de zwarte Zuid-Afrikanen die tegen apartheid vochten. Dat was destijds niet vanzelfsprekend.

En juist deze bruggenbouwer, die enerzijds pacifist was en anderzijds deals regelde voor de Zweedse wapenindustrie, werd met bruut geweld om het leven gebracht. Over de hele wereld zijn straten, pleinen en scholen naar hem genoemd. Van Nederland tot Irak. Palme overschreed grenzen, in meer dan een opzicht. Dat viel niet bij iedereen in de smaak. In eigen land was ook een groot deel van de bevolking erg kritisch over hem.

Een dramatisch onderzoek

Na 28 februari 1986 was niet alles anders, maar toch meer dan we denken.

De moord op de Zweedse sociaaldemocraat markeerde het einde van een tijdperk waarin idealisme hoger scoorde dan geldelijk gewin. Ze viel ook, min of meer, samen met het einde van mijn jeugd. Het onderzoek naar de moord was een drama van een minstens even grote orde als de misdaad zelf. De politie volgde verkeerde sporen, forceerde een “oplossing” door manipulatie, en leek minder gevoelig voor hypotheses die wel enig hout leken te snijden.

Maar wat de media ervan maakten, was misschien nog erger. Feitenmateriaal negerend pookten kranten en tv-makers de onvrede over het moordonderzoek op met theorieën die louter bouwden op speculatie of regelrecht van de pot gerukt waren. Van een rationele benadering was zelden sprake. Alleen oplagecijfers leken te tellen.

Met de dubieuze aanduiding in 2020 van Stig Engström als hoofdverdachte – een man zonder wapen, motief en mogelijk met een alibi – gooide ook justitie de glazen van haar geloofwaardigheid in. Een land dat lange tijd als voorbeeld diende maakte van het belangrijkste moordonderzoek van de eeuw een rommeltje. En het opmerkelijkste is wellicht nog dat er een andere, eveneens dode verdachte in het dossier zat die een veel sterkere kandidaat leek dan Engström.

Voor mij als journalist die begon bij een tijdschrift dat zich bezighield met justitie, criminologie en reclassering, maar niets moet hebben van sensationalisme én een grote belangstelling heeft voor Zweden, was het onvermijdelijk dat ik me met dit onderwerp ging bezighouden.

Noem deze website over de gewelddadige dood van een Zweedse premier (en mijn twee boeken erover) een poging van een buitenstaander om orde op zaken te stellen. Iemand moet het doen.

Marc Pennartz.

 

P.S. U leest meer over auteur dezes op http://www.marcpennartz.nl

Deel dit artikel
Translate »