De Moord op Olof Palme

Palme-moordverdachte Christer poseert voor de camera

Even lijkt hij zijn leven weer op de rails te krijgen. Precies dan wordt deze foto gemaakt. Christer Andersson, verdacht van de moord op Olof Palme, poseert samen met een bekende voor het appartementsgebouw in Trångsund waar hij tot aan zijn dood zal wonen. We schrijven 7 april 2001.

Andersson is dan de grote onbekende onder de verdachten van de moord op de Zweedse premier. Hij zal dat nog lang blijven. Pas na zijn dood komt er steeds meer informatie boven water over deze zonderlinge figuur. En des te sterker zijn nu de aanwijzingen dat van alle verdachten eigenlijk alleen Christer in aanmerking komt als dader. Ik schrijf er een boek over dat begin 2021 verschijnt.

Hoe de man er bij leven en welzijn uitziet, blijft onduidelijk. Lange tijd circuleert er alleen een pasfoto uit 1992, onthuld door de Deense schrijver Paul Smith die ook ‘s mans naam bekendmaakt. In 2020 komen er enkele geanonimiseerde politiefoto’s bij. Later vindt een lid van een Zweeds internetforum in een archief een andere pasfoto, uit 1983.

Een beeld van zijn hele gestalte met herkenbaar gezicht en in wat meer alledaagse kledij ontbreekt echter. Tot nu. Iemand die hem persoonlijk heeft gekend, bezorgt mij deze foto. Zo zag Christer A eruit in 2001.

Het signalement

Compositietekening.

Andersson is 48 jaar op de foto. Een man met een forse gestalte, 185 of 186 cm groot. Een beer van een vent, zoals mensen hem omschrijven. Zulke bewoordingen lezen we ook in de signalementen van de moordenaar. En ook de zogeheten Grandman die Palme op de avond van de moord bespiedt, voldoet eraan. Vermoedelijk zijn de dader en die man een en dezelfde persoon.

De foto boven is weliswaar vijftien jaar na de moord genomen, maar familie en bekenden vertellen de speurders dat Christer na 1986 van uiterlijk niet wezenlijk is veranderd. Hij is enkel wat dikker geworden en vertoont verder de normale verouderingsverschijnselen.

Mårten Palme, de zoon van Olof Palme, beschrijft direct na de moord de Grandman. Een bokserkop, meent hij. De politie maakt een compositietekening, die tot 2020 geheim blijft. Ook aan dat beeld kan Andersson gekoppeld worden, zeker als we de vijftien jaar tussentijd in gedachten houden. Lisbeth Palme, die als enige de dader in de ogen kijkt, spreekt over een indringende blik, ronde jukbeenderen, een platte bovenlip, een korte hals, opgetrokken schouders en een wat bol bovenlijf.

Een leven op de rails

Als hij poseert voor bovenstaande foto staat Christer A al zes jaar op het verdachtenlijstje voor de moord op Palme. Maar veel kans op een arrestatie is er niet, en dat weet hij.

Een jaar eerder is hij nog verhoord, voor de negende keer. De belangstelling van de fervente gokker en voormalige beursspeculant voor de moord op Palme en de plaats delict is toch wel bijzonder, constateren de rechercheurs. Hij matcht voor bijna honderd procent met het daderprofiel. Zijn alibi rammelt en dat hij geen Palme-fan is, geeft hij grif toe.

Maar waar zijn revolver is, dat weet hij niet, houdt de vroegere wedstrijdschutter vol. En die revolver wil de politie graag hebben. Van alle legale Smith & Wessons die zich op de dag van de moord in Stockholm bevinden, is die van Andersson de enige die de speurders niet kunnen testen. Andersson zegt dat hij de revolver verkocht aan een crimineel, maar dat wil haast niemand geloven.

Veel wijst op Anderssons betrokkenheid bij de moord. Héél veel. Ook als je buiten het politiedossier research pleegt, kom je aardig wat tegen, ontdek ik tijdens mijn eigen onderzoek. Maar er is een probleem. Bijna-naamgenoot Christer Pettersson is in 1989 veroordeeld voor hetzelfde feit, op basis van indirecte bewijzen. Die blijken zo zwak dat hij in hoger beroep wordt vrijgesproken. Justitie kan zich dat niet opnieuw veroorloven. Dit keer is er keihard, onweerlegbaar bewijs nodig. En dat is er niet zonder moordwapen.

Een goede zoon

Dus kan Christer op 7 april 2001, vijftien jaar na de moord, als vrij man poseren voor zijn flat. Daar woont hij intussen alleen. Zijn moeder is een half jaar eerder gestorven, na lang met haar gezondheid te hebben gesukkeld. Christer zorgt al die tijd voor haar. Familie betekent veel voor hem, wordt mij verteld. Volgens bronnen is hij daarom in de tweede helft van de jaren negentig van het zomerhuisje, waarin hij enige tijd woont, permanent naar het appartement verhuisd.

Aan het toestel in zijn hand te zien houdt Andersson nog steeds van fotografie. Hij bezit door de jaren heen meerdere camera’s. Zelf laat hij zich liever niet fotograferen, zeggen getuigen. Deze dag maakt hij een uitzondering.

Werken bij Scania

Christer laat iets zien wat op een glimlach lijkt. Misschien is hij goedgeluimd. In deze periode vindt Andersson een vaste job, zijn eerste sinds 1983. Hij gaat aan de slag op een afdeling voor reserveonderdelen bij vrachtwagenfabrikant Scania, vertelt een neef van Christer mij. Hij moet ervoor zorgen dat al die onderdelen makkelijk vindbaar zijn. Die baan past wel bij hem. Andersson is gesteld op orde en netheid.

Maar hij verliest de job weer. Bij een reorganisatie, naar verluidt. Bij Scania weet niemand dat hij dan de voornaamste Palme-moordverdachte is; de speurders houden zijn identiteit tot 2016 geheim, en Christer zelf zwijgt in alle toonaarden. Na 1986 praat hij niet meer over Olof Palme, behalve als de politie ernaar vraagt. Dat is daarvoor wel anders.

In 2008 berooft Andersson zich van het leven, thuis in het gebouw op de foto. Zijn revolver is tot vandaag spoorloos.

De vermoedelijke moordenaar van Olof Palme vertelt het hele verhaal van Christer Andersson. Hij verdedigt zich via citaten uit verhoren. Ook anderen die hem kennen komen aan het woord.

Deel dit artikel
Translate »